McCoy trof deze buitengewone maatregel om een einde te maken aan de zaak nadat hij vond dat de familie Slesinger op een illegale manier vertrouwelijke documenten probeerde te bemachtigen. Het argument dat door de dochter van Slesinger, Patrica Slesinger werd aangevoerd, nl. dat rechter Mc Coy niet bevoegd was voor deze zaak, was niet doorslaggevend genoeg.
De einduitspraak luidt als volgt : "We hold that when a plaintiff's deliberate and egregious misconduct makes any sanction other than dismissal inadequate to ensure a fair trial, the trial court has inherent power to impose a terminating sanction," the 54-page ruling concluded.
Stephen Slesinger verkreeg in 1930 de merchandisingrechten op “the silly old bear” van de bedenker van Winnie The Pooh, A.A. Milne. Toen Slesinger meer dan 50 jaar geleden stierf, zijn deze rechten op Pooh naar zijn weduwe en zijn dochter gegaan.
Het gevecht over de rechten op de beer hebben de beide partijen tientallen miljoenen dollars gekost en resulteerde in honderdduizend ingediende documenten want er werden verschillende processen gevoerd.
De rechtszaak begon in 1991 toen Slesinger en haar moeder, Shirley Slesinger Lasswell (gestorven op 19 juli 2007 en werd 84 jaar), een proces begonnen tegen Disney wegens contractbreuk. Zij beweerden dat Disney hen voor honderden miljoenen dollars bedrogen hadden. Het ging over de royaltys voor Winnie The Pooh-merchandising, computersoftware en video’s.
Midden de jaren '90, overtrof Winnie The Pooh Mickey Mouse als geldmaker voor Disney. Op een bepaald moment haalde de beer meer dan $1 miljard per jaar binnen voor Disney. In diezelfde periode huurde Slesingers een privé-detective in om zo aan bewijsmateriaal te komen die hen zou kunnen helpen in hun gevecht met Disney. De onderzoeker werd later onder meer beschuldigd van inbraak in de bureaus van Disney, het doorzoeken van de vuilnisbakken van het bedrijf om zo meer documenten te vinden in verband met Pooh.
No comments:
Post a Comment