John Lasseter: «Jaren geleden toen we nog de computerafdeling waren van Lucasfilm hadden we een computer ontwikkeld voor beelden met een zeer hoge resolutie. En we zochten er een naam voor. We kwamen uit op Pixar, een combinatie van ‘pixel’ en ‘art’. Later hebben we de afdeling ook zo genoemd.»
Heeft u een eigen verklaring waarom Pixar zo succesvol is geworden?
«We willen een publiek amuseren door het vertellen van zeer memorabele verhalen die iedereen heel spannend vindt. Je bevolkt die verhalen vervolgens met personages die aanspreken en je plaatst die in geloofwaardige werelden. Als je dat doet, heb je je toeschouwers gedurende twee uur vast. Uiteraard moet je alles wat niet heel goed is elimineren. En daar dien je heel streng in te zijn.»
Is de sterkte van Pixar niet het goed functioneren van het team?
«Pixar is een regisseursgerichte studio. De drijvende kracht blijft de regisseur, want de ideeën komen uit zijn hart. Maar we zijn heel eerlijk met elkaar. Alle andere regisseurs van Pixar zitten met hem aan tafel en geven hem advies. Maar dat advies houdt geen verplichting in. Het dient enkel om de regisseur te helpen in het verbeteren van zijn film. Gemakkelijk zal niemand dat proces noemen. Want de filmmaker moet zich constant openstellen voor interne kritiek. Toch is het noodzakelijk. Een Pixar-film maken kost 4 jaar en je zit er als regisseur al die tijd te dicht op. Je hebt andere mensen nodig om een stap terug te zetten. En dus bekijken we elk project dat ontwikkeld wordt om de 4 maanden opnieuw en onderwerpen het aan kritiek. Andrew Stanton, die ‘Finding Nemo’ heeft gemaakt en nu bijna klaar is met ‘Wall-E’, zei daarover: ‘Mijn doel is om zo snel mogelijk te weten te komen dat ik verkeerd zit.’ Wanneer je klaar bent met een film weet je op voorhand dat het niet allemaal zal werken. Delen wel, maar de rest zal nog niet functioneren. Da’s zelfs prima. Want met al die opbouwende kritiek kan je opnieuw beginnen. En opnieuw en opnieuw.»
Hoe kiest Pixar de verhalen voor de films?
«Instinctief. We starten met ideeën. Nooit met scripts. Meestal krijgen we ideeën van de regisseurs zelf, en dan vooral complexe ideeën. We gaan nooit voor één enkel concept. En als het goede ideeën zal, dan voel je altijd die vonk. En die vonk is nauw verbonden met een mogelijk boeiend groeiproces van het hoofdpersonage.»
Zou Pixar ooit kiezen voor een fotorealistische animatiefilm?
«Neen. Wij zijn cartoonisten en dus blijven we liever in een karikaturale wereld. Daarbij maak je minder kans om succes te oogsten naarmate je film fotorealistischer wordt. Want als je de realiteit wil benaderen, gaan er altijd mensen zeggen dat het er net niet echt genoeg uitziet. Wanneer mensen een karikatuur zien, hebben ze een andere reactie: ‘Ik weet dat het niet realistisch is, maar man, het lijkt wel verdomd echt.’ En dat is ons doel. We proberen nooit de realiteit te benaderen. Wanneer je iets realistisch wil doen, neem dan een camera en film het. Veel gemakkelijker én goedkoper.»
U had het over ‘Wall-E’. Wat mogen we verwachten?
«Het is de eerste sf-film van Pixar. Het hoofdpersonage is een robot die Wall-E heet en het verhaal speelt zo’n 700 jaar in de toekomst. Eigenlijk is het een love story, maar dat zal je wel merken wanneer hij in de zalen komt. Meer wil ik er niet over kwijt.»
Bron : Chris Craps
Bron : Chris Craps
No comments:
Post a Comment